Thursday, June 6, 2013

Minister Ploumen moet durven vertrouwen

Vice Versa

Bureaucratie7997260879_49f6c5580b

In 2015 komt er een einde aan het subsidiestelsel voor het maatschappelijk middenveld zoals we dat nu kennen. Negen vooraanstaande vrouwen uit de ontwikkelingssector nodigen minister Ploumen uit om te kiezen voor een radicale koerswijziging en een systeem in te richten dat gestoeld is op een onmisbaar basiselement: vertrouwen. 

In 2015 komt er een einde aan veel van de bestaande Nederlandse subsidieregelingen voor ontwikkelingsorganisaties. En dat is goed. Want het huidige subsidiesysteem is eigenlijk een mislukking. Omdat het is gebouwd op gestold wantrouwen en boekhoudersdenken. De papieren werkelijkheid regeert. Dat er ondanks dit subsidiesysteem dag in dag uit ook goede resultaten worden behaald in de strijd tegen armoede is eigenlijk een wonder. Wij, negen betrokken deskundigen uit de ontwikkelingssector dagen minister Ploumen uit om nu te kiezen voor een radicale koerswijziging. Zodat ze haar belofte om méér armoede te bestrijden met minder geld ook werkelijk waar kan maken.

Het is geen gemakkelijke opgave om meisjes naar school te krijgen in Zuid-Sudan. De regering van dit nieuwe land is fragiel, en onrust ligt op de loer. De meeste mensen durven er nog nauwelijks te denken aan het opbouwen van een nieuw leven. Toch zijn er organisaties die zich juist daar willen inzetten voor een groep kinderen waarvan de kans dat zij een goede toekomst tegemoet gaan het kleinst is. Meisjes. Maar wat als al doende blijkt dat niet alleen het gebrek aan leraren het probleem is, maar tegelijkertijd de onveilige route naar school? Mag je je strategie dan aanpassen, zonder dat je een deel van je inkomsten verliest? Dat kan alleen als je die inkomsten op basis van vertrouwen hebt gekregen. Vertrouwen dat een organisatie op basis van jarenlang opgebouwde kennis en ervaring steeds opnieuw de best mogelijke keuzes maakt.

Miljoenen Nederlandse donateurs en vrijwilligers vertrouwen de organisaties die zij steunen. Ook de bijdragen van de Nationale Postcode Loterij aan goede doelen zijn gebaseerd op vertrouwen. Met 5 medewerkers verdelen zij jaarlijks bijna 300 miljoen euro over 89 streng geselecteerde goede doelen. Dat doen ze bewust zonder dwingende formats, strakke subsidiekaders en gedetailleerde monitoringsprotocollen. En biedt daarmee volop de ruimte aan hun gepassioneerde, professionele partners om datgene te doen wat ze het beste kunnen. Dat vertrouwen zou minister Ploumen voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking ook moeten geven aan ontwikkelingsorganisaties.

Karrenvracht papier

In het huidige medefinancieringsstelsel (MFSII), opgesteld onder verantwoordelijkheid van toenmalig minister Koenders, is de regeldruk wanstaltig. Dat begon al bij de aanvraag die in sommige gevallen zo omvangrijk was, dat ze letterlijk als karrenvracht papier het ministerie in werd gereden. Omdat er gedetailleerde resultaten per jaar tot aan 2015 moesten worden vastgelegd. Ook moet daar jaarlijks op worden gerapporteerd. Het Adviescollege Toetsing Administratieve lasten heeft in mei 2011 geprobeerd te berekenen hoeveel de ontwikkelingsorganisaties hebben geïnvesteerd in alleen al het schrijven van hun aanvragen: twaalf miljoen euro. Er is dus twaalf miljoen euro ontwikkelingsgeld niet besteed aan schoon drinkwater, scholing en goede gezondheidszorg.

Toen de subsidieaanvragen in Nederland werden geschreven, zag de politieke en praktische werkelijkheid in Zuid-Sudan er compleet anders uit dan vandaag, én dan in 2015. Maar organisaties die MFSII-subsidie krijgen moeten vasthouden aan de in hun aanvraag gemaakte keuzes. Simpelweg omdat die nu eenmaal zo zijn vastgelegd. Door op zo'n gedetailleerd niveau subsidies toe te kennen, en te monitoren, geeft  Buitenlandse Zaken weinig blijk van vertrouwen in de ontwikkelingsorganisaties.

Er zijn overheidsinstanties die dit beter doen. Al in 2009 presenteerde toenmalig minister Bos van Financiën het Rijksbrede Subsidiekader. Het uitgangspunt hierbij is verantwoord vertrouwen en risicoacceptatie. Dat wil zeggen dat de subsidieontvanger rapporteert op kosten en prestaties, en dat de overheid accepteert dat er fouten gemaakt worden. Mits daarvan wordt geleerd. Bij MFSII werd dit rijksbrede subsidiekader volledig genegeerd.

Verantwoord vertrouwen

De hoogte van het subsidiebedrag dat voor ontwikkelingsorganisaties ná 2015 beschikbaar wordt gesteld, wordt deze dagen in de Tweede Kamer uitgebreid bediscussieerd. Maar hoe, en onder welke voorwaarden, deze subsidies verdeeld zullen gaan worden zal minister Ploumen pas na de zomer duidelijk maken. De minister heeft gekozen om de inhoudelijke lijn van haar voorganger te volgen. Daardoor ontstaat er rust en ruimte om op vorm een radicale andere koers te varen. Er is nog genoeg tijd om een dergelijk nieuwe koers echt goed uit te werken.

Wij roepen minister Ploumen op om de subsidies voortaan te verdelen op basis van vertrouwen. Niet blind, maar verantwoord vertrouwen. Vanzelfsprekend gaat daar een uitgebreide selectieronde aan vooraf. Vertrouwen moet je ook verdienen. Door aannemelijk te maken dat je goede resultaten haalt op de doelen die de minister heeft gesteld. En beschikt over de cruciale succesfactoren: een bewezen strategie, omgevingssensitiviteit en aanpassingsvermogen. We bieden de minister binnenkort graag een uitgewerkt plan aan waar in staat hóe dat dan kan.

Kiezen voor vertrouwen als uitgangspunt voor het subsidiestelsel voor ontwikkelingsorganisaties vergt een radicale koerswijziging. Maar het komt de slagkracht van ontwikkelingsorganisaties zeer ten goede, omdat zij zich kunnen zich gaan richten op hun core-business. En dat zou goed nieuws zijn, voor de meisjes in Zuid-Sudan. En voor al die anderen op al die andere plekken waar de strijd tegen armoede nog niet is gestreden.

Marjolein de Rooij, Evelijne Bruning, Femke Rotteveel, Ingrid Plag, Marieke de Wal, Tabitha Gerrets, Wilma Roozenboom, Anke Tijtsma en Hilke Jansen.  

 

 

Sent with Reeder


Met vriendelijke groet,
Best regards,
Henk J.Th. Van Stokkom