Column Paul Hoebink – Coherentie

Vice Versa

HoebinkOnze nieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings­samen­werking (Of is het omgekeerd? Eerst ontwikkelingssamenwerking?) maakt een beetje een rare start. Zo stelde zij op de Afrika-dag van de Evert Vermeer Stichting in november dat er een serie vragen was over investeringen en handel die je alleen in samenhang kunt bekijken en zei zij vervolgens: 'Ik ben de eerste minister in de geschiedenis die dat ook echt gaat doen. Jarenlang is erover gesproken, jarenlang had iedereen de mond vol van coherentie, jarenlang gebeurde er te weinig. Dit kabinet durft wel een nieuwe weg in te slaan'.

Ho, ho denk ik dan, wat bescheidenheid zou sieren. Met die bescheidenheid hebben wel wat meer politici problemen, maar van een oud-voorzitter van het EVS-bestuur zou je ook wat kennis mogen verwachten. Die zou ertoe kunnen leiden dat ook deze nieuwe minister erkent dat ze voorgangers heeft, onder andere twee partijgenoten, die het coherentie-dossier altijd hoog op hun agenda hebben gehad. Dat dossier omvat eerst en vooral Europese Zaken, zoals het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid en het Gemeenschappelijk Visserij Beleid. Het gaat om landbouwsteun en exportsubsidies en om visserijverdragen. Maar ook om immigratieregelingen en bescherming van consumenten op gezondheidsrisico's.

Jan Pronk en Eveline Herfkens, maar zeker ook Agnes van Ardenne, hebben deze onderwerpen in de ministerraad en in Europees verband altijd hoog op hun agenda gehad. Zij werden – en dat heeft deze minister niet – bovendien ondersteund door een uitstekend coherentiebureau, dat hen qua onderzoek en beleid ondersteunde. Ze hadden ook niet die twee hoedjes (bij een minister spreek je immers niet over petten) van deze minister. Deze minister schijnt te denken dat Buitenlandse Handel (lees: exportbevordering) en Ontwikkelingssamenwerking mooi samengaan. Er is echter tenminste twee decennia aan geschiedenis in de jaren zestig tot en met tachtig, waarin die exportbevordering in onze hulp leidde tot heel wat 'witte olifanten' en 'kathedralen in de woestijn', mislukte en verliesgevende projecten die geheel los stonden van hun omgeving. Er zijn ook twee dikke evaluatierapporten van de IOV/IOB, de evaluatiedienst van het ministerie, die aangeven dat hulp en handel in het speciale programma daarvoor niet goed samengaan. Kortom, de minister heeft twee hoedjes op waarvan de kleuren behoorlijk kunnen vloeken.

De vragen die onze nieuwe minister in samenhang verder wilde bekijken gingen onder andere over de inzet van ons leger en de investeringen van het Nederlandse bedrijfsleven. Daar stuit minister Ploumen al op een tweede groot probleem. Afgezien van het feit of we met ons huidige leger nog een behoorlijke inzet kunnen plegen voor internationale veiligheid, is er het gegeven dat er nooit een stevige evaluatie is geweest van bijvoorbeeld de inzet in Uruzgan. Zijn de investeringen daar wel zo efficiënt en effectief geweest? Liep de samenwerking tussen particuliere ontwikkelingsorganisaties, Defensie en Buitenlandse Zaken wel zo geweldig? Het is dramatisch dat bewijzen voor het slagen of niet-slagen daarvan alleen anekdotisch zijn, gebaseerd op losse verhalen, niet op degelijk onderzoek.

Dat geldt nog meer voor de investeringen en de relatie met het bedrijfsleven. NOF, FMO, WHI, POPM, PSOM, PSI – om u maar met wat afkortingen te vermoeien – ze zijn allemaal investeringsinstrumenten die nooit en te nimmer goed en kritisch, op hun impact op werkgelegenheid, sociale omstandigheden en milieu zijn geëvalueerd. De minister mag blij zijn met de vermeende samenhang in haar portefeuille, qua kennis heeft ze geen been om op te staan.

Samenhang, coherentie – Policy Coherence for Development noemen ze dat internationaal – is in de laatste jaren weggezakt in de internationale belangstelling. Bij het Development Assistance Committee van de OESO in Parijs klagen ze dat de mensen die zich met dit onderwerp (moeten) bezighouden steeds jonger worden en steeds sneller rouleren. Ook in Nederland, na het hele goede bureau dat we hadden rond de eeuwwisseling en iets daarna, is het ver weggezakt in de bureaucratie. Het is een vechtonderwerp, want je moet de strijd aangaan intern en met andere ministeries. Dat willen ambtenaren vaak niet, tenzij gesteund door de politieke leiding. Gezien de simplistische opmerkingen van onze nieuwe minister hierover, heb ik nu al het idee dat zij haar voorgangers Jan Pronk, Eveline Herfkens en Agnes van Ardenne niet gaat overtreffen.

Sent with Reeder


 (verzonden vanaf tablet)

Popular posts from this blog

Will the Post-2015 report make a difference? Depends what happens next

Zimbabwe introduces cash transfer scheme

The Invisible Christians of #Kony2012