Thursday, August 11, 2011

Directeur Artsen zonder Grenzen over noodhulp: ‘Het is zaak het kaf van het koren te scheiden’

Vice Versa - vakblad over ontwikkelingssamenwerking

Foto: Michael Goldfarb / MSF

De noodhulpserie van Vice Versa is gisteren van start gegaan met de column van Jan Pronk, waarin hij stelde dat noodhulp het ondergeschoven kindje van de globalisering is. De komende tijd zullen meer prominenten hun gedachtes over dit onderwerp laten gaan. Vandaag is het de beurt aan Arjan Hehenkamp, directeur van Artsen zonder Grenzen. Vice Versa stelde hem vijf vragen over noodhulp.

Als u kijkt naar de situatie in de Hoorn van Afrika, en de reactie van hulporganisaties daarop, waar bent u dan het meest kritisch over?

Ik ben kritisch over het beeld dat wordt geschetst. Het lijkt alsof er hongersnood is uitgebroken in de Hoorn van Afrika, en dat deze is veroorzaakt door een klimatologisch probleem. Er is echter geen sprake van hongersnood in de hele Hoorn. In Somalië is wel sprake van een nutritionele crisis, noodhulp is daar dan ook van toepassing.

De kritieke situatie in Somalië is echter niet alleen door droogte ontstaan, maar ook door oorlog, geweld, en obstructie van de hulpverlening door al-Shabaab rebellen. Het gevolg van het schetsen van een irreëel beeld van de crisis is dat de nuances onzichtbaar zijn. Naar aanleiding van het huidige beeld is in Nederland een debat ontstaan over het waarom en hoe van noodhulp. Dit debat is gebaat bij specifieke kennis, bijvoorbeeld over het feit dat de politieke situatie in Somalië het verstrekken van noodhulp ernstig bemoeilijkt.

En waarover bent u het meest positief?

Voor de inzet van de mensen van Artsen zonder Grenzen, die ondanks de moeilijke omstandigheden trachten hulp te bieden, heb ik veel bewondering, Ook ben ik positief over het feit dat landen zoals Kenia vluchtelingen opnemen, al zouden ze hierin nog genereuzer moeten zijn. Het principe dat mensen hun land mogen ontvluchten moet immers ondersteund worden. Toch ben ik vooral bezorgd over de situatie, met name over die in Somalië. De eerstkomende maanden voorzie ik geen verbetering, eerder een verslechtering daar, omdat de volgende regen waarschijnlijk op zijn vroegst in november zal vallen.

Jan Pronk beweerde eind vorig jaar in Vice Versa dat noodhulp een ondergeschoven kindje is binnen de wereldpolitiek. Noodhulp komt volgens hem bijna altijd te laat, is te gering en vindt niet goed gecoördineerd plaats. Voor die coördinatie stelt hij voor dat de VN de hulp centraliseert en eigen capaciteit opbouwt. Sluit u zich bij de uitspraken van Jan Pronk aan?

De analyse van Jan Pronk onderschrijf ik gedeeltelijk, de oplossing niet. De afgelopen crises toonden dat de internationale noodhulpindustrie onvoldoende in staat is om effectief op te treden in kritieke situaties. Ik zie de VN als onderdeel van dit probleem, niet als oplossing. Momenteel bestaat er een wirwar aan coördinatie-mechanismen, die weinig doet voor mensen in crisissituaties. Artsen zonder Grenzen gelooft in coördinatie met een positief effect op de kwaliteit van hulp.

Dit vergt een nieuw systeem, waarbij organisaties die een waarachtige capaciteit en toegevoegde waarde hebben in crisisgebieden vanuit een bottom-up perspectief samenwerken. Dit bleek tijdens de crisis in Haïti, toen in het kader van het VN clustersysteem alle organisaties die íets met gezondheidszorg doen aan tafel mochten schuiven om hierover mee te praten. We zaten met meer dan 200 organisaties in een zaal, dat is onmogelijk te coördineren. Het is zaak het kaf van het koren te scheiden. Overleg voeren met alle betrokken organisaties, groot en klein, is niet te doen.

Noodhulp staat onder tijdsdruk en vergt snel handelen. Is er binnen zo een situatie volgens u voldoende ruimte voor professionalisering van medewerkers?

Artsen zonder Grenzen besteedt hier bij uitstek veel aandacht aan. In Somalië is het op dit moment helaas zo onveilig dat we alleen met nationale staf werken. Dat hebben we besloten nadat er in 2008 een aanslag werd gepleegd op onze internationale medewerkers. Hopelijk kunnen we er binnenkort terugkeren. Tot die tijd bieden we training en ondersteuning aan onze Somalische medewerkers. Doordat zij goed voorbereid zijn is het voor ons mogelijk ons werk in Somalië uit te breiden.

Waar loopt de organisatie van de Hoorn van Afrika-actie momenteel tegenaan en kan hierbij geleerd worden van ervaringen uit het verleden?

Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar een positieve ontwikkeling is dat de internationale gemeenschap politieke restricties wegneemt die eerder golden voor hulp in gebieden die door al-Shabaab gecontroleerd worden. Deze restricties waren contraproductief omdat ze in de ogen van de rebellen bewijs leverden voor de politieke aard van ontwikkelingshulp. Onder andere daardoor voelden zij zich gerechtvaardigd om hulp voor hulporganisaties te weigeren. Het is nu tijd om de wederzijdse beperkingen weg te nemen, zodat de hulp terecht komt bij degenen die het nodig hebben.

Sent with Reeder