Thursday, May 5, 2011

Ontwikkelingssamenwerking vergeet gehandicapten

Vice Versa - vakblad over ontwikkelingssamenwerking

In ontwikkelingslanden leven 260 miljoen gehandicapten vaak in grote armoede. Zij worden uitgesloten van onderwijs en gezondheidszorg en nemen geen deel aan de samenleving. Recent werden enkele initiatieven gestart om hierin verbetering te brengen. Helaas worden ze doorkruist door de Nederlandse bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking.

'Ziko Kasonga uit Malawi raakte op zijn veertiende verlamd aan zijn benen. Zij moeder dacht dat hij behekst was en nam hem mee naar een traditionele genezer. Het baatte niet. Ziko kreeg nooit medische hulp en ging niet naar school. Zijn benen raakten ernstig vergroeid. Vandaag slijt hij zijn dagen bedelend in een winkelstraat. Hij ziet geen andere manier om aan geld te komen.'

 

Meedoen

Het is één van de schrijnende voorbeelden uit de campagne ´Meedoen´ van het Liliane Fonds, een hulporganisatie voor kinderen met een handicap. Het Liliane Fonds organiseerde over dit thema workshops en een debat voor de particuliere, kleinere Nederlandse ontwikkelingsorganisaties in samenwerking met het Wereldpodium, een platform voor mensen die geïnteresseerd zijn in ontwikkelingssamenwerking. De campagne richt zich op het betrekken van gehandicapten in ontwikkelingsprojecten. Het recente besluit van staatssecretaris Ben Knapen om te bezuinigen op gezondheidszorg in ontwikkelingslanden, wierp helaas een schaduw over de campagne. De situatie voor gehandicapten zal door de bezuinigingen eerder verslechteren dan verbeteren.

 

Kees van den Broek, directeur van het Liliane Fonds laat zich hierdoor niet uit het veld slaan.

In zijn kantoor in hartje Den Bosch vertelt hij gedreven over het lot van kinderen met een handicap in ontwikkelingslanden. ´Ze voldoen niet aan de geldende norm en dus worden ze buitengesloten. Ze gaan niet naar school en krijgen geen medische zorg. De familie weet vaak niet wat er aan de hand is, denkt dat het kind een besmettelijke ziekte heeft. Een schande en een last voor de familie. Kinderen worden verkocht of worden het slachtoffer van charlatans. Hier moet verandering in komen. Het gaat om een fors deel van de wereldbevolking. We hebben het over 260 miljoen mensen met een handicap waarvan velen beneden de armoedegrens leven in ontwikkelingslanden.'

 

Vicieuze cirkel

Armoede en handicap hangen samen. Beperkingen leiden tot armoede en armoede leidt tot beperkingen. Het is een vicieuze cirkel. Kinderen met een handicap worden buitengesloten, gaan zelden naar school en kunnen daarom als ze volwassen zijn vaak geen eigen inkomen verdienen. Cijfers van de Verenigde Naties geven aan dat circa twintig procent van de handicaps wordt veroorzaakt door ondervoeding en tien procent door infectieziekten. Zo kan een tekort aan vitamine A leiden tot blindheid, zorgt polio voor verlamming en ontstaat invaliditeit door lepra. Uitsluiting dwingt mensen met een handicap hun inkomen op onveilige en onzekere manieren te verdienen. De trieste situatie van Ziko Kasonga staat helaas niet op zichzelf. Het Liliane Fonds vroeg er daarom aandacht voor in de campagne 'Meedoen'.

Leerprogramma

De campagne ' Meedoen' is niet het enige recente initiatief op dit gebied. Paulien Bruijn, cultureel antropoloog, coördineert een nieuw thematisch leerprogramma voor de grotere Niet Gouvernementele Organisaties (NGO's) waarin deze organisaties leren hoe zij mensen met een handicap in hun ontwikkelingsprojecten kunnen betrekken. Het programma wordt aangeboden door Personele Samenwerking Ontwikkelingsorganisaties (PSO) waaraan diverse NGO's meewerken.

 

Bruijn vertelt dat gebrek aan kennis over mensen met een handicap een groot probleem is in ontwikkelingslanden. 'De lokale bevolking is vaak onwetend en NGO's geven in hun projecten nog zeer weinig aandacht aan mensen met een handicap. Tijdens het leerprogramma bleek bijvoorbeeld dat NGO´s soms niet eens wisten dat zij een school  steunden waar kinderen werden geweigerd omdat ze een handicap hebben. Dit stond dan in het reglement van zo'n school. Ook blijkt telkens weer dat hulporganisaties niet weten of ze daadwerkelijk mensen met een handicap bereiken in hun programma's, omdat ze dit niet monitoren en mensen met een handicap vaak een verborgen bestaan leiden.´

Vergeten groep

´Het is een vergeten groep,´ vindt directeur Betteke de Gaay Fortman van Karuna Foundation, een organisatie voor gehandicapte kinderen in ontwikkelingslanden. 'Het is geen hip onderwerp. Een kind met een handicap klinkt bijvoorbeeld minder erg dan kindersterfte. Wij proberen het aantal vermijdbare handicaps onder kinderen te verminderen. In Nepal doen wij dit door de lokale gemeenschap zelf verantwoordelijk te maken voor het verbeteren van de situatie van gehandicapte kinderen. Ik zal je wat laten zien ter illustratie van onze aanpak.'

 

Ze toont een filmpje op haar computerscherm dat begint met Samana, een meisje met een verstandelijke handicap dat geboren werd met een vinger teveel aan haar hand. Hierdoor kon ze niet schrijven. Door het 'Share and Care' microverzekeringsprogramma dat Karuna samen met het Ministerie van Gezondheidszorg van Nepal opzette, werd een operatie betaald door de gemeenschap zelf. Samana kan nu gewoon meedoen op school.

 

In de zorgverzekering van het Share and Care programma is preventie en medische zorg voor gehandicapten inbegrepen. 'Mensen moeten erg wennen aan de bijdrage voor gehandicapten,' vertelt de Gaay Fortman, ´maar de afspraak met Karuna is dat preventie en medische zorg voor gehandicapte kinderen integraal onderdeel uitmaken van de verzekeringspremie. Om duurzaamheid te bereiken moet minstens 50% van de gemeenschap aan Share and Care meedoen. Na vier jaar hopen we dat te bereiken. Wat we willen is dat de zorg voor deze kwetsbare groep vanzelfsprekend onderdeel van dit community based verzekeringssysteem gaat uitmaken.´

Community Based Rehabilitation

Ook Djanak werd door Karuna geholpen met een operatie die de gemeenschap betaalde. Vroeger kon hij niet naar school lopen vanwege gedraaide knieën. Nu loopt hij vrijwel normaal. We zien een social worker die komt kijken hoe het met hem gaat en vraagt of hij regelmatig zijn oefeningen doet.

 

´Dit heet Community Based Rehabilitation (CBR),´ vertelt de Gaay Fortman enthousiast. 'In ieder dorp waar we werken, hebben wij een 'CBR'- werker die de gehandicapte kinderen en ouders bezoekt en ze begeleidt. Het is nodig om ze speciale aandacht te geven, zodat ze gemakkelijker door ontwikkelingsorganisaties kunnen worden meegenomen in de gemeenschapsprojecten. Wij zijn overigens niet de enige organisatie die met CBR werkt. Het Liliane Fonds doet dit bijvoorbeeld ook.'

In de kiem gesmoord

Helaas lijken de genoemde initiatieven om gehandicapten meer te laten participeren in ontwikkelingslanden in de kiem te worden gesmoord door de bezuinigingen. De Gaay Fortman vertelt dat zij haar succesvolle concept graag naar andere landen wil uitbreiden en daarvoor naar fondsen uit het bedrijfsleven en andere nieuwe kanalen zoekt. Het Liliane Fonds zag de overheidssteun halveren van drie miljoen naar anderhalf miljoen euro. ´Het is inderdaad een moeilijke tijd,' zegt Van den Broek. 'We moeten onze activiteiten hierdoor gaan inkrimpen. We hebben daarom besloten te gaan focussen op minder landen. Kinderen die in het programma zitten, proberen we desondanks door te laten lopen. Maar voor nieuwe ´Ziko´s´ is het wachten op betere tijden.´

 

CBR is een strategie die onderdeel is van gemeenschapsontwikkeling. Men richt zich daarbij op rehabilitatie, gelijke kansen en sociale integratie van alle mensen met een handicap. CBR wordt gerealiseerd dankzij de gezamenlijke inspanningen van mensen met een handicap zelf en hun families, samen met dienstverleners op het gebied van gezondheid, onderwijs, beroepsopleiding en sociale ondersteuning in het algemeen. (WHO, UNESCO)


 

 

 

 

 

Sent with Reeder