Friday, March 11, 2011

Vrijdagmiddagborrel: Een tijd van komen en van gaan, ook voor Sylvia Borren

Vice Versa - vakblad over ontwikkelingssamenwerking

Iedere vrijdagmiddag bespreekt hoofdredacteur Marc Broere actuele ontwikkelingen in de sector. Vandaag aandacht voor een serieus probleem: voor oudgedienden blijkt het moeilijk om plaats te maken voor een nieuwe generatie. Greenpeace maakt het nu wel erg bont door Sylvia Borren, die al afscheid genomen had van de ngo-sector, aan te stellen als directeur. Zo krijgt jong talent nooit een kans.

Voor betrokken mensen die zich vol overgave op hun zaak storten, lijkt de pensioengerechtigde leeftijd hoger dan voor gewone burgers. Afgelopen weken hebben we dat goed kunnen zien. De centrale bank van Bangladesh wil Mohamed Yunus ontslaan als topman van de door hem zelf opgerichte Grameen Bank. U weet wel: die bank van de microkredieten. Yunus is 70 jaar en eigenlijk geldt voor commerciële banken een pensioengerechtigde leeftijd van 60.

Inmiddels blijkt het een politiek spel te zijn: Yunus heeft een conflict met president Sheikh Hasina, omdat hij een eigen politieke partij wilde oprichten. Toch vraag ik me af waarom de topman van de Grameen Bank al niet eerder met pensioen is gegaan, bijvoorbeeld na het winnen van de Nobelprijs voor de Vrede in 2006. Dat was een mooi moment geweest om het stokje over te dragen. In een van de krantenberichten las ik echter dat de Grameen Bank ooit besloten heeft dat Yunus mag blijven zo lang hij capabel is. En je moet wel erg veel lef hebben om tegen zo'n levende legende te zeggen dat hij niet meer capabel is.

Wie ook geen gebruik maakt van een welverdiend pensioen is Sir Fazle Hasan Abed, de oprichter en topman van Brac, dat andere fameuze instituut uit Bangladesh. Brac is zelfs de grootste ngo ter wereld. Abed is inmiddels ook al bijna 40 jaar in functie en wordt dit jaar 75.

Het lijkt me sterk dat er geen capabele opvolgers voor Yunus en Abed zijn. Ik ken Bangladesh als een land dat barst van het jonge talent. En wat was er nu mooier geweest om plaats te maken voor bijvoorbeeld een jonger iemand die zelf zijn scholing doorlopen heeft in een van de onderwijsprogramma's van Brac en werkervaring had kunnen opdoen bij de Grameen Bank?

Vechten tot ik omval

Ook in Nederland is het voor oprichters en gedreven directeuren soms moeilijk om een stapje terug te doen. Vorige week maakte Leni 't Hart bekend dat ze binnenkort met pensioen gaat. De oprichtster van de gelijknamige zeehondencrèche uit Pieterburen wordt in september 70 jaar. 'Straks eindig ik nog als een soort Khadafi, met zonnebril, zittend op de dijk', sprak ze met humor. Het is alweer 40 jaar geleden dat ze de crèche begon in haar eigen achtertuin. Maar helemaal met pensioen gaat Leni nu ook weer niet. Ze stapt weliswaar uit de directie, maar zal nog wel als vrijwilliger en ambassadeur verder gaan. 'Ik zal voor de zeehonden blijven vechten tot ik omval', verklaarde ze. 'En Pieterburen blijft mijn hoofdkwartier', voegde ze daar aan toe.

Hoewel ik Leni een warm hart toedraag ( we zaten ooit naast elkaar bij een concert van Queen en als je samen luidkeels We are the champions hebt meegebruld schept dat een band voor altijd) lijkt me het niet gemakkelijk voor haar opvolger als de 'zeehondenmoeder', zoals ze liefkozend wordt genoemd, over je schouder blijft meekijken.

Opgeheven hoofd

Iemand die blijkbaar ook moeilijk afscheid kan nemen van de ngo-sector is Sylvia Borren. In 2007 vertrok ze als directeur van OxfamNovib omdat ze na 12 jaar toe was aan iets anders. Sylvia vertrok met opgeheven hoofd. De organisatie was intern op orde, de overheidssubsidie was toen net weer voor de komende jaren veiliggesteld en ook het aantal donateurs was onder haar directieschap blijven stijgen. Ze wilde iets aan een universiteit gaan doen, of in de journalistiek, of anders op het ministerie van Buitenlandse Zaken of bij de Verenigde Naties. Over het onderwerp waar ze mee verder wilde, had ze geen enkele twijfel. 'Ik ben vooral geïnteresseerd in de positie van vrouwen wereldwijd', vertelde ze collega John Verhoeven en mij in een groot afscheidsinterview dat we met haar hielden.

Het was een mooi interview, herinner ik me, met een bevlogen vrouw. 'Een van mijn drijfveren is mijn woede over hoe slecht we het sociale contract in de wereld hebben geregeld', sprak ze bijvoorbeeld. Een vrouw ook met visie. Over toekomstige trends in de ontwikkelingssamenwerking, zei ze: 'De strijd zal minder Noord-Zuid georiënteerd zijn, maar meer een gevecht van progressieve burgers wereldwijd die samen proberen om een rechtvaardige wereld te bewerkstelligen tegen conservatieve en soms fundamentalistische regeringen en burgers.' Zo stond het interview vol met rake quotes.

Toch hadden we allemaal het gevoel dat het goed was dat Sylvia stopte op dit hoogtepunt en OxfamNovib óók aan iets nieuws toe was. Naast al haar verdiensten was de relatie tussen haar en een deel van het personeel aan de stroeve kant. Inmiddels blijkt dat zij (en ook haar toenmalige campagnedirecteur Jan Bouke Wijbrandi) op een uitstekende manier zijn opgevolgd door Farah Karimi en Tom van der Lee. Sylvia was dus niet onmisbaar voor OxfamNovib.

Leuke jonge vrouw

En nu duikt ze opeens op als de nieuwe directeur van Greenpeace Nederland. Toen ik Sylvia een paar weken geleden op het Tropeninstituut tegen het lijf liep, omdat we na elkaar een afspraak met dezelfde persoon hadden, maakte ik nog een grapje: 'Ze hadden bij Greenpeace een leuke jonge vrouw nodig en dan kom je natuurlijk automatisch bij jou terecht.' Ze schoot in de lach, maar hoe meer ik er over nadenk hoe meer ik me verbaas over haar benoeming.

Ook anderen waren verrast. Zo vertelde een bekend gezicht uit de ontwikkelingssamenwerking me: 'Ik had eigenlijk ook willen solliciteren, maar vond dit typisch een baan voor iemand van 35.'

Inhoudelijk gezien kan ik de benoeming van Sylvia Borren wel verklaren. In 2009 werd Kumi Naidoo benoemd tot directeur van Greenpeace International. De Zuid-Afrikaan was meer dan tien jaar secretaris-generaal van Civicus, de wereldalliantie voor burgerparticipatie. Naidoo stond in 2003 aan de wieg van de Wereldalliantie tegen armoede en leidde eveneens de Wereldcampagne voor Klimaatactie (GCCA). Als directeur van OxfamNovib werkte Sylvia nauw samen met Kumi Naidoo. De benoeming van zowel Naidoo als Sylvia Borren laten zien dat Greenpeace een koers wil varen waarin een koppeling wordt gelegd tussen milieubescherming en mondiale solidariteit. Greenpeace niet alleen voor het milieu, maar ook voor mensen in ontwikkelingslanden. En dat is een koers waar ik erg positief tegenover sta.

Jong en rebels

Maar heb je voor deze koers nu per se iemand nodig die de zestig al is gepasseerd en een aantal jaar geleden heel bewust afscheid nam van de ngo-sector omdat ze toe was aan nieuwe uitdagingen? Is hier niet sprake van een Heintje Davids effect?  Sowieso past bij Greenpeace ook wel iets jong en rebels. Ron van Huizen en Hans Guyt waren destijds 31 en 27 toen ze de eerste leiding van Greenpeace vormden en de organisatie groot maakte. Bij Greenpeace past een jonge directeur, dat zit nu eenmaal in het DNA van de organisatie.

Sowieso zijn nieuw bloed en vooral nieuwe gezichten belangrijk om het wereldje dat zich met mondiale gerechtigheid bezighoudt van frisse impulsen te voorzien en ook nieuwe mensen te bereiken. Dat betekent zeker niet dat de rol van mensen als Sylvia Borren is uitgespeeld. Integendeel! Ze kan als een grand dame met moreel gezag haar mening laten horen over vrouwenrechten, ontwikkelingssamenwerking of internationaal milieubeleid. Net zoals Hans Beerends dat doet als het over mondiale solidariteit gaat, of Jan Pronk over globalisering en vluchtelingen. Maar ga niet meer de dagelijkse leiding van een organisatie op je nemen in een tijd dat het voor een nieuwe, en zeer talentvolle en goed opgeleide, generatie steeds lastiger is om door te stromen naar de hogere functies in de sector, omdat de doorstroming klein is en er banen verdwijnen door bezuinigingen.

Als je kijkt naar welke organisaties op dit moment écht aan de weg timmeren, dan zijn dat niet toevallig de organisaties met een relatief jonge directeur. Denk bijvoorbeeld aan Danielle Hirsch (Both Ends), Ronald Gijsbertsen (SOMO), Frank van der Linde (Fairfood) Anna Chojnacka (1procentclub) en Elisabeth van der Steenhoven (Wo=men). Zij pikken nieuwe trends en mogelijkheden uit de maatschappij sneller op. Ik hoop dat het niet (te) lang duurt voordat deze generatie ook de directiestoelen bij

Greenpeace, Hivos, OxfamNovib, ICCO, Cordaid, Plan, etc zal bezetten. En was Jan Pronk ook niet pas 33 toen hij voor het eerst minister voor Ontwikkelingssamenwerking werd? Ook die gok heeft bepaald niet verkeerd uitgepakt.

En om terug te komen op de moraal van dit verhaal. Er is een tijd van komen en van gaan, ook voor Sylvia Borren.

Sent with Reeder